Bomen aan de Slot Loevensteinstraat
Inleiding
Al vele jaren signaleert Stichting Stadsbomen praktijken in het openbare groen die ten koste gaan van de bomen ter plaatse. Vaak ook verbazen we ons over de voorlichting vanuit de gemeente over de waarde, vitaliteit en toekomstverwachting van bomen, zoals aan het Leijpark en bij het toekomstige Factorium (inmiddels gekapt op enkele populieren na). We zijn nu weer zeer verbaasd over recente ontwikkelingen in de Slot Loevensteinstraat en recente voorlichting over de daardoor benadeelde bomen.
Aantasting van bomen en groeiomstandigheden
Door attente buurtbewoners is ons meermalen gewezen op ontwikkelingen in de Slot Loevensteinstraat die voor het openbare groen niet gunstig waren. Bij een reconstructie in de groenstrook tussen deze weg en het terrein van Amarant (Hooge Veer) is niet bepaald met de vereiste zorg gehandeld ten aanzien van de rij Noorse esdoorns aldaar. Wat hier is gebeurd is weliswaar geen uitzondering in Tilburg, maar wij willen toch graag wat hier is gebeurd (en nog dreigt te gebeuren) onder de aandacht brengen in de hoop dat in het algemeen aan dit soort praktijken nu toch eens een halt wordt toegeroepen. Bovendien lijken de uiteindelijke gevolgen voor de bomen toch wel erg drastisch te zijn.
- Bij de recente reconstructie is hier op het wortelstelsel van de bomen een brede laag aangebracht van het zogenaamde ‘dolomiet’. Ondanks waarschuwingen destijds zijn hiermee in 1996 ook de paden vervangen in het Wilhelminapark waarna we getuige mochten van sneuvelen en aftakelen van twee monumentale kastanjes, een monumentale populier, een majestueuze bruine beuk en aantasting nu weer van nog een andere bruine beuk. Dezelfde ervaringen ten koste van vele lindebomen in het Kromhoutpark. Aan de Slot Loevensteinstraat is de aangebrachte laag ‘dolomiet’ weliswaar veel smaller, maar toch kun je ook hier constateren dat het afsluiten van een deel van de wortels met deze ondoorlaatbare substantie de vitaliteit van de bomen niet ten goede is gekomen.
- Bij de werkzaamheden zijn ook in andere opzichten de regels voor boombescherming bouwlocaties niet in acht genomen. Bij een aantal bomen zijn beschadigingen toegebracht aan stam en wortelstelsel. Soms ook is de boom na de werkzaamheden gewoon opgeleverd met de hele stamvoet verdwenen onder het zand.
- Bij de laatste snoeibeurt zijn veel te grote takken afgezaagd.
Gevolgen
Gelukkig vallen de gevolgen nog mee. Bomen blijken toch telkens weer buitengewoon taai en over een enorm herstelvermogen te beschikken. Het betreft hier bovendien een boomsoort (Noorse esdoorn) die zoals de meeste grotere boomsoorten makkelijk tweehonderd jaar of nog ouder kan worden. Een bijzondere eigenschap van deze boom is bovendien dat hij na zware aantastingen door werkzaamheden vele jaren op een lager pitje gewoon probleemloos verder in leven blijft. Bladgroei, bloei en diktegroei zijn een aantal jaren minder, maar daarna krijgt de boom weer de normale hoeveelheid blad, bloesem en vruchten. Uit onderzoek naar de jaarlijkse diktegroei van de esdoorns blijkt ook dat de veerkracht van de bomen toch weer verbazingwekkend is. Er is nog steeds sprake van duidelijke diktegroei. Die is de laatste jaren weliswaar afgenomen, maar dat is bij ouder wordende Noorse esdoorns altijd het geval. De stammen worden vooral in de eerste tien tot twintig jaar dikker, daarna neemt die diktegroei af. Uit de cijfers blijkt dat de bomen ondanks de toegebrachte schade nog altijd flink doorgroeien en dat de diktegroei niet in een verontrustende of alarmerende mate is afgenomen. Ook de lengtegroei van de takken gedurende de afgelopen jaren getuigt, gezien de verslechterde omstandigheden, nog altijd van een indrukwekkende levenskracht. Rond de recente beschadigingen en zware snoeiwonden zien we ook weer hoe de boom zelf al weer herstelweefsel vormt. Een opmerkelijk verschijnsel, want esdoorns doen dit heel slecht en vormen veel meer binnen in de boom weer een nieuw afsluitend houtweefsel. De meeste bomen kunnen nog honderden jaren mee of krijgen nog een paar jaar extra, omdat ze de groeimogelijkheden van de afgelopen jaren hebben uitgespaard en bewaard voor later.
Voorlichting
Toch zien we vaak dat in dit soort gevallen de voorlichting naar het publiek dan heel negatief en tendentieus is. De bomen zijn dan al gauw ten dode opgeschreven en niet meer te redden. Zo werden we aangaande de bomen langs de Slot Loevensteinstraat door attente buurtbewoners gewezen op een merkwaardige bewonersbrief. Daarin wijst de gemeente alleen op de (door de gemeente zelf veroorzaakte) achteruitgang. En zogenaamd is de normale levensduur van deze boomsoort in het algemeen al niet meer dan zeventig jaar en in dit geval nog maar veertig tot vijfenveertig jaar. Er is zelfs sprake al van “afsterven”. En die ‘afstervende bomen’ zijn kennelijk meteen representatief ook voor alle andere bomen. Dus wil de gemeente voor de bomen “de enige duurzame oplossing”. En dat blijken dan verhullende, eufemistische woorden voor kappen.
Tegelijk wordt met geen woord gerept over andere reële opties. Evenmin worden bewoners geïnformeerd over de ecologische waarde van de bomen. Ze vormen het leefgebied van onder andere de boomklever en worden regelmatig ook bezocht door andere in de stad minder algemene vogels. Op de stammen zijn in de loop der jaren ook allerlei interessante mossen en korstmossen verschenen, waaronder zelfs het voor luchtvervuiling gevoelige en in de stad zeldzame struikkorstmos (Evernia prunastri). De bomen liggen ook in een voor Tilburg belangrijke corridor voor stadsnatuur, gevormd door de Bredaseweg met aangrenzende grote tuinen en kloostertuinen, speciaal beschreven in het boek ‘Tilburg daar leeft meer dan je denkt’.
Conclusie
Wij vinden de voorlichting naar de bewoners bedenkelijk en met name de manier waarop het kappen van de bomen wordt gepresenteerd als de enige oplossing. Na herstel van de groeiomstandigheden kunnen de bomen daar nog meer dan honderd jaar voor een prachtig groen decor zorgen. Bovendien hebben wij vernomen dat er bouwplannen zijn op het aangrenzende terrein van Amarant. En het zou niet de eerste keer zijn dat voor bewoners het uitzicht op groen ineens verandert in uitzicht op bebouwing. In elk geval is er geen enkele dwingende noodzaak tot kappen. Van een enkele boom zou je kunnen zeggen dat je die beter kunt vervangen, maar dat is geen reden om meteen dan maar alle bomen te vervangen. Boomkwekers en groenbedrijven willen dat misschien graag en adviseren soms graag in die richting. Hoe korter de omlooptijd van bomen hoe beter de omzet in de bomenbranche, maar een gemeente dient een ander belang ook te behartigen: de visuele en ecologische kwaliteit van deze groenvoorziening en de waarde en belevingswaarde van oudere bomen. Met het strakke logo ‘T’ lijken nadrukkelijk ook wat betreft het groen strakke en rechte lijnen te worden gepropageerd, maar in onze ogen wordt deze stijl nu toch echt veel te ver doorgevoerd. Er is niets tegen een bomenrij waarin niet alle boomkruinen een strakke, liniaalrechte lijn vormen. Er is niets tegen een rij bomen waarin tussen de oudere bomen ook enkele jongere bomen staan. Bovendien groeien jonge esdoorns zo hard dat ze na enkele jaren alweer net zo hoog zijn als de oorspronkelijke bomen.
|